Wandelroute: Moerasgebied De Ma(a)tjes prikkelt de ogen en de neus

EN ROUTEACHTMAAL – Helemaal achterin Achtmaal, op de grens met het Belgische Nieuwmoer, ligt natuur- gebied De Matjes.Gids Ad de Klerk neemt ons er mee terug in de tijd.Annelies Wijnen 07-03-19, 12:45 Bron: BN DeStem

Enkele jaren geleden heeft Staatsbosbeheer een prachtige wandelroute uitgezet door De Matjes, ook wel De Maatjes genoemd. Natuurgids Ad de Klerk uit Rijsbergen kent het gebied op zijn duimpje. Samen met hem keren we even terug naar de tijden van turf, moeras en smokkel.

We rijden vanuit Achtmaal een stukje door België naar Nieuwmoer en gaan bij knooppunt 18 linksaf. Bij Hanneke Wiewau linksaf een hobbelig zandpad op om de auto op parkeerplaats De Maatjes te zetten. We lopen rechtdoor richting het moeras en worden bevangen door een rottende geur en omringd door onvermijdelijke muggen.

Kiekendief

Bij het fietspad (17), slaan we linksaf. We zien een troep wilde ganzen en horen het geluid van kiekendief en rietgors. Voorbij de driesprong staat een bord Den Dooden Draad (17), waar we rechtsaf slaan. Ad legt uit dat deze ongerepte natuur ideaal was voor smokkelaars, zij alleen kenden de weg. Aangekomen bij een hek slaan we linksaf (38) een pad op en lopen nu precies op de Belgisch-Nederlandse grens. Aan weerszijden zien we kleinschalige landbouw met vooral gemaaid gras. De els en de wilg zijn de enige boomsoorten hier, want zij kunnen met de voeten in het water.

We vervolgen het pad, een onzichtbare dijk, omzoomd door hoog riet. Ondertussen word ik bijgepraat over de plaatselijke geschiedenis. De straatarme bevolking maakte enkele eeuwen terug lange dagen als turfsteker. Nederland en België waren nog één, de exploitatie van deze Nassaugronden was in handen van aristocratische families. Ook trappistenkloosters bezaten zogenoemde turfconcessies. De turfwinning zorgde voor werk en bewoning. Na deze periode kwamen gronden te koop voor de dorpsbewoners, maar pas vanaf 1900 begonnen grootschalige ontginningen.

Begroeiing

Ons pad slingert verder tussen bijna ondoordringbare begroeiing op Nederlands grondgebied. Ineens staan we op een grote open vlakte waar smalle stroken begroeiing tot de turfvaart aangeven hoe vroeger de platbodems klaarlagen voor het turfvervoer. Ik loop hier op grond als zachte kussentjes. Het is veen dat in dit jaargetijde droogvalt. Ik zie de zeldzame veenpluisplant, witte vlokken lijkend op katoen. Aan het einde van het pad (36) slaan we rechtsaf en na de bocht wordt het eerste door-staphek zichtbaar. Na een volgend doorstaphek komen we op een grote grasvlakte met in de verte zicht op een vervallen eendenkooi.

(Tekst gaat verder onder de foto)

© Tekstbureau Viniscript

Driehoeksverdeling

Daar nemen we rechts opnieuw een door-staphek, waar een betonnen paal van de Rijks Driehoeksverdeling zichtbaar wordt. We steken rechtdoor en houden vervolgens rechts aan bij weer twee doorstaphekken. We passeren een met water gevulde turfput en gaan over een houten loopbrug naar het volgende doorstaphek. We komen terecht in heel hoog gras, waar een platgetrapt stuk de baan vrijmaakt. Een witte reiger houdt ons op afstand in de gaten. Telkens links aanhouden bij het passeren van nog enkele doorstaphekken met de Kleine Beek aan onze linkerhand. Dan over een pontonbrug (37) en vervolgens teruglopen aan de andere kant van deze beek.

Afsluitpaal

Bij de eerste mogelijkheid slaan we rechtsaf een halfverhard pad op, langs een afsluitpaal. We volgen het pad langs de maïsvelden tot de verharde weg en slaan rechtsaf (99). Ongemerkt lopen we weer op Belgisch grondgebied. Deze verharde weg markeert de dodendraad, die in het voorjaar wordt gesymboliseerd door honderden bloeiende krokussen.

In de verte zien we uitkijktoren De Klot opdoemen. Na beklimming kijk je ver over dit bijzondere landschap. Weer beneden gaan we rechtsaf langs De Klot (1, 87). Dit verharde pad wordt gevolgd totdat we linksaf (86) gaan bij Hanneke Wiewau, waar even verderop onze auto op ons staat te wachten.

© Tekstbureau Viniscript